De PVDA-visie op Openbaar Vervoer in Sint-Niklaas
8 juni 2020
Minder bussen? Het kan anders. Hierbij het alternatief van de PVDA voor de systematische afbouw van de buslijnen. Doel is om de vele problemen aan te pakken: de files, de toenemende verkeersarmoede, de slechte luchtkwaliteit, het verminderen van de co2 uitstoot, het drukke autoverkeer in de stad, enz…
Teken onze petitie: https://sint-niklaas.pvda.be/de_stadsbussen_moeten_blijven
Vanaf 2021 zou het stadsbusnet van Sint-Niklaas verdwijnen en zal het aantal bushaltes fors verminderen. Geen bussen meer in de Clementwijk en de Baenslandwijk. De lijnen Belsele Tuinlaan (Lijn 2) en Lijn 1 worden afgeschaft. Geen bushaltes meer vlakbij het Welzijnshuis, Tereken Kerkhof, de Tuinlaan, de Kloosterlandwijk, het Moleken, Tereken, de Don Boscowijk, Hertjen, Brugsken, het Fabiolapark, de Elisabethwijk de Valk enz...
De PVDA verzet zich tegen dit plan, maar wil tegelijk alternatieve voorstellen op tafel leggen. Ons uitgangspunt is: Meer, beter en gratis openbaar vervoer! Openbaar vervoer is dé sleutel om heel wat problemen aan te pakken: de vele files, de toenemende verkeersarmoede, de slechte luchtkwaliteit, het verminderen van de co2 uitstoot, minder auto’s in de stad, enz… Daarvoor zijn er meer, betere én liefst gratis bussen nodig en niet minder.
Shift van de auto naar het openbaar vervoer, de fiets en te voet
Het circulatieplan van het stadsbestuur heeft als doel om de stad meer leefbaar te maken. Het lokale autoverkeer vervuilt immers de lucht. Het effect daarvan is vooral erg in ‘street canyons’, smalle straten met weinig luchtcirculatie. Maar het plan focust vooral op het verplaatsen van het verkeer waardoor het probleem enkel wordt verplaatst. Voor de PVDA ligt de oplossing in de shift van de auto naar het openbaar vervoer, de fiets en te voet. Wij willen gratis openbaar vervoer met een hogere frequentie en een fijnmazig net zodat we de autogebruikers een echt alternatief bieden en niet als boeman behandelen. In heel Europa nemen steden initiatieven om het openbaar vervoer in de stad uit te breiden en ook gratis te maken om het openbaar vervoer aantrekkelijk te maken. In Europa zijn er niet minder dan 56 steden en regio’s die initiatieven hebben genomen daarrond. Hasselt was een pionier voor gratis stedelijk openbaar vervoer in ons land. Vanaf 1997 tot 2013 was het openbaar vervoer in Hasselt gratis. Dat leidde tot een enorme groei van het aantal reizigers (1.229%!). Meer dan de helft van de nieuwe reizigers bestond echter uit een nieuwe vervoersvraag, die voor het gratis openbaar vervoer niet bestond.
Uitgangspunten
- Voor het vervoer op langere afstand is de trein het beste alternatief voor de auto. Wat betreft de rol van het treinverkeer in onze regio werkte Abllo een interessante studie uit: zie http://www.abllo.be/vervoerregio . De treinverbinding Gent-Antwerpen zorgt voor een goede verbinding naar deze steden, maar de verbinding met Brussel is ondermaats. Momenteel is er slechts één rechtstreekse trein naar Brussel per uur en deze stopt in Belsele, Sinaai, Lokeren, Zele, Dendermonde en Jette en duurt 1 uur en 8 minuten. Naast deze in realiteit Inter Regionale trein pleiten wij ervoor om een echte rechtstreekse IC in te leggen met enkel haltes in Lokeren en Dendermonde.
- Openbaar vervoer moet naast stappen en fietsen hét alternatief zijn voor de auto in het stadscentrum. Het openbaar vervoer is voor iedereen toegankelijk, ook voor de minder mobiele mensen, voor de minderkapitaalkrachtigen en voor jongeren.
- Wij blijven ijveren voor “basismobiliteit” en niet voor de invulling van “basisbereikbaarheid” zoals de Lijn dit voorstelt. De “basisbereikbaarheid” zoals ingevuld door de Lijn, vertrekt van het optimaal rendement waardoor enkel de rendabele lijnen worden behouden. Basismobiliteit vertrekt vanuit het principe dat de gebruikers op een aanvaardbare afstand van hun woning een bushalte moet hebben, met een regelmatige verbinding en uurschema’s die vooraf gekend zijn. Dit in tegenstelling tot “vervoer op maat” (belbus, dorpsauto, taxicheques…) die mensen doen afhaken. Dit wil zeggen:
- buslijnen die elke stadswijk met het centrum verbinden waardoor het stadhuis, het welzijnshuis, het ziekenhuis, de begraafplaatsen, de kringloopwinkel en de sociale kruidenier, elke school en elk rusthuis bereikbaar zijn met bus.
- industrieparken bereikbaar maken met het openbaar vervoer vanaf 5u tot 23u zodat ook mensen die in shifts werken er gebruik van kunnen maken.
- de verbinding van en naar de deelgemeenten op een vlotte en frequente manier organiseren zodat deze verplaatsing bij voorkeur niet met de auto moet gebeuren. Deze verbinding moet ook verzekerd zijn in de daluren en in het weekend, zodat mensen ook terug thuis kunnen geraken, ook op vrijdagavond en in het weekend, zeker belangrijk voor de jongeren.
- De stadsbussen moeten vooral propere bussen zijn (met elektriciteit of waterstof als aandrijving) die niet zorgen voor extra luchtvervuiling in de ‘street canyons’. Het moeten/mogen ook kleinere bussen zijn die zonder problemen door de smalle straten kunnen rijden. Ze moeten over een lage opstap beschikken, zodat mensen met een kinderwagen of ouderen met een rollator gemakkelijk kunnen opstappen.
Impact op de stadsbussen
Behoud van de vier stadslijnen:
- Lijn 1: Deze lijn loopt van het WSC over Tereken, door de Baenslandwijk, Heymanplein, Markt, Station, Clementwijk. In het plan van de Vervoerregio vervalt deze lijn volledig, waardoor twee belangrijke wijken (Tereken en Clementwijk) geen busverbinding meer kennen. Deze lijn is cruciaal voor de bereikbaarheid van het Welzijnshuis met de bus. Deze lijn zou behouden moeten blijven met kleinere en milieuvriendelijke bussen
- Lijn 2: Deze lijn loopt van het WSC naar het Fabiolapark, de Don Boscowijk, Antwerpse steenweg, station, Watermolendreef, tot aan de Tuinlaan in Belsele. In het plan van de Vervoerregio verval deze lijn voor een deel en stopt deze aan de Hoge Bokstraat. Dit in functie van het nieuwe zwembad dat pas in 2025 operationeel wordt. De re-integratie van de Don Boscowijk en de Tuinwijk in deze lijn is belangrijk.
- Lijn 3: De lijn loopt van Nieuwkerken via De Ster naar het Station, de Markt - Tuinlaan - Hoge Bokstraat. In de plannen van de Vervoerregio wordt het gedeelte Nieuwkerken/De Ster/Station behouden. Maar het gedeelde Moleken/Langhalsbeekstraat/Tuinlaan vervalt volledig. Dit gedeelte zou ook verder bediend moeten kunnen worden.
- Lijn 4: Deze lijn verbindt het Glycinenplein, de Don Boscowijk met de Markt, Station, over de Klapperbeekstraat naar Nieuwkerken en De Ster. In de plannen van de Vervoerregio wordt het gedeelte Station/Klapperbeekstraat/Nieuwkerken behouden. Maar de bediening van de Don Boscowijk vervalt volledig. Dit gedeelte zou ook verder bediend moeten kunnen worden.
Kortom: alle belangrijke wijken van de stad moeten door de openbare busdiensten bediend blijven, zodat het openbaar vervoer voor iedereen toegankelijk blijft, ook voor de minder mobiele mensen, voor de minderkapitaalkrachtigen en voor jongeren.
De stadsbussen moeten sowieso blijven!
Indien De Lijn en de Vervoerregio deze service niet wil behouden, dan stelt de PVDA voor dat het stadsbestuur onderzoekt wat de kostprijs bedraagt om deze aanvullende lijnen in opdracht van de stad Sint-Niklaas te laten uitvoeren, zodat Sint-Niklaas een duidelijke keuze maakt voor het openbaar vervoer als alternatief voor het autoverkeer in de binnenstad. Zoals in Hasselt kan hiervoor gekozen worden voor een derdebetalersregeling met de Lijn.
Akkoord? Teken en verspreid dan onze petitie: https://sint-niklaas.pvda.be/de_stadsbussen_moeten_blijven