Beleidsplan Sint-Niklaas: weinig echte verandering – oude wijn in nieuwe zakken.
26 april 2019
Reactie van de PVDA op het beleidsplan van de stad 2019-2024
Het Stadsbestuur (NV-A, Groen, Open VLD) heeft haar beleidsprogramma 2019-2014 bekend gemaakt1. Maar als je dit plan doorneemt dan is de vraag of je dit eigenlijk wel een beleidsplan kan noemen. Voor de PVDA is dit eerder een intentieverklaring met heel veel bla bla, maar met weinig concrete doelstellingen. Een soort nieuwjaarsbrief met tal van beloften waarvan iedereen weet dat de helft niet gaat gerealiseerd worden.
“Verder uitwerken”, “verder onderzoeken,”… het zijn woorden die je meermaals in de tekst terugvindt. Het is dus ook belangrijk om te kijken wat er niet in staat en wat men “al stoemelings” toch wil doorvoeren. Daarvoor is het nuttig om dit beleidsplan naast het Administratief Memorandum, het Memorandum van het top management van de stad te leggen.
De tekst roept meer vragen op dan dat er antwoorden worden gegeven. Het stadsbestuur zal wellicht antwoorden: “we willen de burger inspraak geven en betrekken bij die doelstellingen.” Een nobel streven waar wij zeker achter staan. Maar wil het Stadsbestuur daadwerkelijk rekening houden met wat er uit die inspraakronde komt? Gaat men de resultaten niet op een handige manier sturen? En wat als er zaken uitkomen die niet in de lijn van het stadsbestuur liggen? Wat als de bevolking bv. vraagt om de vuilzak te behouden en diftar af te schaffen? Of als men voorstelt om de armoede prioritair aan te pakken of het openbaar vervoer beter uit te bouwen en gratis te maken? Of als men versnelt meer sociale woningen wil hebben en de verkrotting massaal wil aanpakken? Gaat men daar dan de financiële middelen voor voorzien of zet men gewoon zijn eigen plannen verder? Gaat de inspraakronde verder dan “het mogen kiezen van de kleur van de ramen en muren” of laat men echt een serieuze vertimmering van het originele project toe? De voorbije zes jaar heeft het Stadsbestuur op zijn zachts gezegd niet echt uitgeblonken in het luisteren naar de bevolking. Denken we maar aan het referendum rond de privatisering van de reinigingsdienst, waarbij het stadsbestuur het resultaat naast zich heeft neergelegd.
In een beleidsplan verwachten wij op zijn minst concrete doelstellingen en die ontbreken in 90% van de gevallen. Het strafste voorbeeld op dit vlak is dat van de sociale woningen. Het stadsbestuur gaat “een groeipad uitstippelen in functie van het optrekken van de net geen 6% sociale woningen naar 9% tegen 2035!” 2035, dat is 16 jaar verder, drie legislaturen verder. Maar wat denkt het stadsbestuur DEZE legislatuur te realiseren? Hoeveel sociale woningen wil het stadsbestuur de komende 6 jaar bouwen? Mogen wij er tevens op wijzen dat het streefdoel van 9% enkel maar het gemiddelde is in Vlaanderen. Dat is niet eens een ambitieuze doelstelling. In het PVDA programma voor de Vlaamse verkiezingen schuift de PVDA het streefcijfer van 20% sociale woningen naar voren tegen 2030 voor elke centrumstad. Alleen op die manier kan men de huurprijzen onder controle houden en zorgen voor betaalbare woningen voor iedereen.
Maar vooraleer we verder in detail ingaan op het beleidsplan willen we twee positieve punten in het plan naar voren schuiven. En dat zijn uitgerekend de twee punten waarrond in de voorbije jaren door burgerinitiatieven actie is gevoerd.
Ten eerste: het actiecomité Red Kloosterland heeft brandhout gemaakt van de plannen voor hun wijk. Deze plannen worden geschrapt en dat vinden wij een goede zaak.
Ten tweede: het Actiecomité Asbeststort dicht. Het stadsbestuur heeft precies begrepen dat asbest een groot probleem is in onze stad en dat er dringend werk moet worden gemaakt van een asbestveilige stad. In het beleidsplan geeft de stad daar een aanzet toe. Nog te weinig en absoluut schoorvoetend maar het is een begin.
Beide voorbeelden tonen aan dat verzet van onderuit, vanuit de bevolking loont. Het kan inspirerend werken voor andere burgerinitiatieven om op basis van een degelijk onderbouwde studie zaken naar voren te schuiven en daarvoor op te komen.
Maar laten we nu het beleidsplan meer in detail bekijken.
1. Sint-Niklaas als centrumstad profileren
Dat staat als punt 1 in het beleidsprogramma en dat is niet onbelangrijk. Het stadsbestuur wil een “merkenstrategie” ontwikkelen om “de stad beter te promoten”. De troeven die men wil uitspelen: de ballonstad, stad van de sint, grootste markt van België… enz…
Het stadsbestuur gaat hier helemaal mee in de trend die we in vele steden zien terugkomen: citymarketing. De stad moet je verkopen aan toeristen, aan bedrijven, aan projectontwikkelaars, enz... Volgens ons moet de stad moet niet beschouwd worden als een te verkopen handelswaar. De stad is de plaats waar de burgers samenleven, waar ze wonen, waar ze werken, waar ze hun boodschappen doen en waar ze zich ontspannen. Het woord ‘gemeente’ komt van de term ‘gemeenschap’. Een gemeente is geen supermarkt. Een gemeentebestuur moet erover waken dat elke inwoner een fatsoenlijke woning heeft, de best mogelijke levensomstandigheden, een gezonde leefomgeving, dat iedereen zich gemakkelijk en betaalbaar kan verplaatsen en zich ontspannen. De noden van de bewoners moeten de prioriteit van de stad zijn. De noden van de stadsbewoners en niet de citymarketing moeten centraal staan, dáár moet een stadsbestuur voor zorgen. Alle Sint-Niklazenaren hebben recht op de stad, niet alleen die met een dikke portefeuille, maar iedereen. En daarvoor heb je een visie nodig, een totaal andere visie: een publieke visie. Een publieke visie die vertrekt van de mensen. Daarom en dat hebben we al meermaals gesteld, vinden wij dat de strijd tegen de armoede dè prioriteit moet zijn in onze stad. De cijfers zijn zo hallucinant - één kind op vijf groeit op in armoede in onze stad - dat niemand daar nog naast kan kijken. In dit plan vinden we dat ergens ondergebracht onder punt 7. En de plannen op dit vlak zijn ondermaats, maar daar komen we nog op terug.
2. De stad als openbare dienst
In onze stad hoorde je de voorbije jaren maar één geluid: besparen, besparen en nog eens besparen. Al jaren volgt de ene besparing op de andere privatisering met als gevolg dat de zorg voor mensen lang niet meer voorop staat. We hebben dus nood aan een sociaal beleid dat de sterkste schouders de zwaarste lasten doet dragen, dat de dienstverlening aan de bevolking versterkt. Hoe weerspiegelt zich dat in dit beleidsplan? Gaat het nieuwe stadsbestuur het beleid van de voorbije zes jaar verder zetten of komt er een breuk met het besparings- en privatiseringsbeleid?
In het beleidsplan is er een woord dat je niet minder dan 10 keer tegen komt: “de stad moet de regierol opnemen…”. Wat betekent dat? De stad wil zoveel mogelijk trachten om regisseur en facilitator te zijn en zo min mogelijk actor. In mensentaal betekent dit dat het stadsbestuur niet zelf initiatieven uitwerkt, zelf openbare dienstverlening uitbouwt, maar de belangrijkste rol overlaat aan derden, aan “de markt”. Men gaat dus verder de weg op van verzelfstandiging, naar verdere privatisering.
Het topmanagement van de stad is daarover zeer duidelijk in zijn Administratief Memorandum: “We stellen echt wel voor om ons terug te trekken uit een aantal rollen waar we nu een actorsrol vervullen… en dat zullen de betrokken diensten misschien niet graag horen”.
Wat betekent dit bijvoorbeeld voor het nieuwe zwembad dat de stad wil uitbouwen? Gaat men het voorbeeld van Beveren volgen, nl. een privé-initiatief, met als gevolg dat je 2 tot 3 x meer betaalt om te gaan zwemmen? Gaat men dezelfde weg op als Temse en een publiek/private samenwerking aangaan? Met als gevolg het doorschuiven van de factuur naar de toekomst. In Temse betaalt de gemeente jaarlijks 1,25 miljoen euro gedurende 30 jaar, dus 37,5 miljoen in totaal. En na 30 jaar als er sleet op alles komt, is het de gemeente die kan opdraaien voor de kosten.
Wat betekent dit voor het onderhoud van de voetbalvelden? Gaat de stad die zelf nog langer onderhouden? Dit is wel belangrijk voor de vele voetbalploegen in onze stad.
En wat rond het uitlenen van materiaal voor evenementen? Gaat men dit verder afbouwen met alle gevolgen van dien voor de kosten voor socio-culturele verenigingen?
En wat rond extra kinderdagopvang? Gaat de stad verder initiatieven nemen voor de uitbreiding van de kinderdagverblijven of rekent men hiervoor enkel op privé-initiatieven en onthaalouders? Voor de ouders scheelt het wel een flinke slok op een borrel als je op het eind van de maand de factuur moet betalen.
En de PMD-ophaling. Volgens schepen Hanssens gaat de stad dit ook privatiseren in 2021. Dat vertelt hij toch aan het personeel, maar niet in de gemeenteraad. Gaat men hier opnieuw een openbare dienst doorsluizen naar de privé met als gevolg onmenselijke werkomstandigheden zoals we wekelijks kunnen zien als de vuilkar van Smetco langs komt? De vuilnismannen moeten letterlijk achter de vuilkar LOPEN. En gaat men dan de kost voor de blauwe zak verhogen?
En de parkeerwachters? Wat is die hun toekomst? Het gonst van de geruchten dat het stadbestuur deze dienst wil privatiseren. Wanneer gaat men hier klaarheid over scheppen?
De stad is op dit ogenblik absoluut geen aantrekkelijke werkgever. Tal van functies geraken niet ingevuld, met als gevolg dat men voor sommige jobs studiebureaus inschakelt die men dan 10.000 euro per maand moet betalen voor 1 FTE. Is dat zorgvuldig omspringen met ons belastinggeld?
En welk soort personeelsleden wil men aanwerven in de toekomst? Hoe ziet men de verhouding statutair personeel/contractueel personeel? Gaat men het statutair personeel opnieuw meer laten doorwegen of wil men meer contractueel personeel? Niets hierover in het beleidsplan terwijl dat niet alleen belangrijk is voor de aantrekkelijkheid van de job. Het is ook belangrijk voor de pensioenkosten die er zitten aan te komen.
4. Betaalbaar wonen
Het recht op huisvesting is een mensenrecht. Toch zien veel Sint-Niklazenaars hun kosten voor huisvesting steeds maar toenemen en kunnen meer en meer inwoners niet langer hun rekeningen betalen. De gemiddelde prijs van een appartement en woonhuis in Sint-Niklaas is op amper 10 jaar met meer dan 40% is gestegen. Nochtans kan ook een actief en menswaardig stedelijk beleid hier het verschil maken.
In Sint-Niklaas waren er in 2018 niet minder dan 348 panden die op de officiële lijst van leegstaande panden van de stad stonden. Wat plant het stadsbestuur op dit vlak? “Leegstand in de stad wordt verder aangepakt, we gaan leegstand progressief belasten. We bestrijden leegstand door tijdelijke invulling mogelijk te maken”. Dit klinkt niet echt ambitieus, terwijl leegstand en verkrotting een zeer belangrijk probleem is in de stad. De PVDA had verwacht dat de stad echt een nultolerantie voor leegstand en verkrotting zou voorop stellen. Met permanente controles en een meldpunt dat de commerciële leegstand en woningleegstand echt zou aanpakken. Hoe sterk denkt men het bedrag van de leegstandsheffing te verhogen? Gaat men het aantal vrijstellingen voor leegstand fors inkrimpen? Waarom verdubbelt men de leegstandheffing niet voor vastgoedbedrijven want al te vaak wordt er gespeculeerd met leegstand? Waarom verdubbelt men niet de heffing op onbebouwde gronden die lang blijven liggen? De opbrengsten daarvan kunnen geïnvesteerd worden in betaalbaar wonen. Want elke geïnvesteerde euro in goed wonen op twee à drie jaar terugverdiend. Zo toont een Europese studie. Logisch. Want wie slecht woont, wordt door de ongezonde woonomstandigheden sneller ziek. Gezinnen die in een te kleine ruimte wonen, hebben meer stress. Omdat kinderen daar niet rustig kunnen studeren, is er ook meer schooluitval. En meer werkverzuim, omdat ziektes sneller worden doorgegeven.
Als we dan punt 32, het luik over sociale en betaalbare woningen bekijken, dan is het echt huilen met de pet op. We vernoemden het al in de inleiding: hoeveel sociale woningen wil het stadsbestuur bouwen tegen 2024? Want de plannen tegen 2035 zijn niet relevant voor deze legislatuur. Wat telt is wat men de komende zes jaar plant. Gaan wij hier vandaag een antwoord krijgen op deze vraag? Nochtans staat in het verkiezingsprogramma van Groen dat men het aantal sociale huurwoningen wil optrekken “naar minimaal 9%, zoals geformuleerd voor heel Vlaanderen in het Bindend Sociaal Objectief.” In het programma van de NVA Sint-Niklaas staat hetzelfde: “De stad moet streven naar een aanbod van 9% sociale woningen.” Inderdaad, streven… Er staat niet bij tegen welk jaar. Nu weten we dat. Het is tegen 2035! Het is nochtans duidelijk: “er zijn 1.000 nieuwe sociale woningen nodig om de 9% te halen.”
“Het stadsbestuur wil een actieve rol opnemen in de ontwikkeling van de stad via de opstart van een stadsontwikkelingsbedrijf” (p.17). Vanuit haar visie op het woonbeleid ziet de Stad haar rol in de woonmarkt weer als die van een “regisseur”. Gaat men opnieuw zoals in het verleden de uitwerking van projecten in handen geven van private projectontwikkelaars? De stad wil wel oog hebben voor de betaalbaarheid van woningen en de diversiteit in het aanbod (p.18), maar die zullen beperkt zijn omdat het financieel rendement van de projectontwikkelaars uiteindelijk de ultieme toetssteen blijft. Omdat deze projectontwikkelaars naar maximale winst streven, is deze aanpak nefast voor de woonprijzen in Sint-Niklaas.
In het beleidsplan staat niks over het opleggen van een percentage (bv. 25%) aan sociale woningen die moeten worden voorzien bij grote bouwprojecten. Want ook dat is een instrument om er voor te zorgen dat er meer sociale woningen bij komen. Waarom neemt men dit punt niet op in het beleidsplan?
Wij willen dat de hefbomen van het stedelijke woonbeleid in publieke handen komen. De komende jaren zal de woonmarkt immers nog verder onder druk komen te staan. In 2027 zal Sint-Niklaas 5.000 inwoners meer hebben dan vandaag. En dus zijn er minstens 2.000 extra woningeenheden nodig. Hierbij stelt zich de vraag op welke manier het stadsbestuur deze grote uitdagingen wil aangaan. Door opnieuw te vertrouwen op de privéprojectontwikkelaars en de vrije markt? Of gaat de stad zelf initiatieven ontwikkelen?
5. De stad vergroenen en klimaatneutraal maken
Het stadsbestuur geeft toe dat op het vlak van vergroenen van de stad er een versnelling hoger moet geschakeld worden. De cijfers zijn nl. erg duidelijk: Slechts 4 op de 10 (42%) Sint-Niklazenaars woont op minder dan 800 meter wandelen van ‘wijkgroen’, zoals een pleintje of park. Ter vergelijking: in Temse is dat 51% en in Lokeren 63%, allen onder het Vlaamse gemiddelde van 67%. En wat plant men hiervoor? “Naast het stadsbos Puitvoet zorgt de stad in elke deelgemeente voor een buurtbos.”
Geen concrete becijferde objectieven. Waarom stelt men niet als doelstelling om ervoor te zorgen dat 67% van de inwoners minder dan 800 meter moet wanden voor wijkgroen? Op die manier komen we op het Vlaamse gemiddelde. Nee, stadsruimte die vrijkomt wordt maar al te dikwijls zonder enige inspraak toevertrouwd aan bouwpromotoren en projectontwikkelaars.
De stad heeft de burgemeesterconvenant getekend waarbij de stad zich engageert om tegen 2020 de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 men 20% te verminderen. Nu formuleert de stad in zijn beleidsplan de ambitie om de boeikasgassen tegen 2030 met 40% te verminderen. Maar de meest recente cijfers geven aan dat de uitstoot niet vermindert maar toeneemt. Het objectief van 2020 gaat al zeker niet gehaald worden. Zonder een drastisch ingrijpen kan je er gif op innemen dat ook het objectief van 2030 niet gehaald zal worden. Wat plant het stadbestuur om de uitstoot te laten dalen? Men gaat allerlei plannen maken (p.29). Maar als de PVDA vraagt om een studie te laten uitvoeren naar het effect van gratis openbaar vervoer op de uitstoot van broeikasgassen, dan wimpelt men dit voorstel af als ‘niet betaalbaar’ en ‘niet efficiënt’ of ‘te vroeg’. Dit terwijl al meer dan 20 steden en regio’s in Europa voor deze weg hebben gekozen.
Op het vlak van energie gaat de stad “participatieve en coöperatieve energieopwekking ondersteunen”(p.29). Ook hier zien we opnieuw dezelfde neoliberale visie om vooral een regierol op te nemen en niet zelf initiatieven uit te werken. Waarom richt de stad geen gemeentelijk energiebedrijf op? We hebben er zelfs al een naam voor: ‘SINERGIE’. Een publiek energiebedrijf van ons allemaal. SINERGIE kan investeren in energiebesparingen en levert honderd percent hernieuwbare energie aan betaalbare prijzen aan de inwoners. Als het vroegere asbeststort van SVK helemaal veilig is afgedekt, dan dienen zich daar 8 ha aan waar weinig mee kan gebeuren, maar waar we wel met z’n allen een zonnepark van kunnen maken om de inwoners van groene energie te voorzien. Wat houdt ons tegen?
6. Mobiliteit
Op het vlak van mobiliteit kiest de stad ronduit voor de fiets en het openbaar vervoer. Positief, maar het blijft theorie. Laten we dit van dichterbij bekijken.
Als we minder auto’s in de stad willen dan gaan we in de eerste plaats er voor moeten zorgen dat het openbaar vervoer een degelijk alternatief vormt. Kwaliteitsvol, frequenter en betaalbaar openbaar vervoer. Wat plant het stadsbestuur om het busverkeer in de stad kwaliteitsvoller, frequenter en betaalbaarder te maken? We vinden er niets van terug in het beleidsplan. Het minste wat de stad zou kunnen doen is bij De Lijn aan te dringen om in plaats van de vervuilende dieselbussen door het centrum te sturen, bussen te laten rijden op waterstof of elektriciteit. Idem dito om er voor te zorgen dat er voldoende buslijnen en opstapplaatsen zijn zodat iedere senior een opstapplaats heeft op haalbare wandelafstand. Een gemakkelijke pendelbus vanuit het WSC naar de markt tot aan het Station kan er ook voor zorgen dat het winkelcentrum makkelijker bereikbaar is voor bezoekers.
En wat met de trein? Het beleidsplan zegt terecht dat “het spoornet de ruggengraat vormt van ons vervoersnetwerk” (p.26). De actiegroep ABBLO heeft op dat vlak een heel voorstel uitgewerkt onder de titel “Trein moet hoofdrol spelen in vervoerregio Waasland” : zie http://www.abllo.be/vervoerregio
Staat het stadsbestuur achter dit voorstel? Heeft het stadsbestuur al gesprekken gevoerd met ABBLO hierover? Zou het niet nuttig zijn om hen uit te nodigen op de commissie mobiliteit om dit verder uit te diepen?
“Het stadsbestuur wil deelmobiliteit actiever promoten” (p.26), lezen we in het beleidsplan. Heel fijn. Een nieuw fietsdeelproject. Hopelijk laat dat niet lang op zich wachten. Want een combinatie van parking aan het Shopping Center met deelfietsen op diverse plaatsen in de binnenstad kan heel wat autoverkeer uit de stad halen en er ook voor zorgen dat de parkeerhinder in bepaalde wijken gaat dalen. Wij denken o.a. aan de Don Boscowijk die nu al te vaak als parkeergebied wordt gebruikt door leerkrachten en studenten van de Odysee-hogeschool of personeel van AZ-Nikolaas.
“Een kader wordt gecreëerd waardoor het aantrekkelijker wordt deelauto’s te plaatsen.” (p. 26) Maar als inwoners vragen om een staanplaats voor een Cambio-deelauto te voorzien in de deelgemeenten dan vindt het stadsbestuur 5.000 euro een te grote investering terwijl dit via een cashback systeem kan terugverdiend worden. Vergeleken met de vele veel duurdere opsmukoperaties gaat dit echt over peanuts.
En Sint-Niklaas fietsstad? Op verschillende plaatsen zijn er de voorbije legislatuur al redelijk wat pijnpunten aangepakt. Toch vindt de PVDA dat het stadsbestuur dringend een tandje bijsteekt om de veiligheid van onze zachte weggebruiker te verbeteren. De veiligheid voor fietsers laat op een aantal plaatsen in de stad nog zeer te wensen over. We gaan hier niet alle pijnpunten opsommen. In het najaar komen we naar buiten met tal van voorstellen. Maar het verbaast ons heel erg dat twee punten totaal ontbreken in het beleidsplan.
- Er naar streven dat alle schoolomgevingen autoluw worden. Dit in combinatie met een verbod op vrachtvervoer (+ 3,5 ton) in de omgeving van scholen tijdens piekuren van schoolverkeer (7u45-8u45/ 15u30-17u30) om de veiligheid van onze zachte weggebruikers te verhogen.
- Absolute voorrang voor fietsers aan de ronde punten van de Ster en zwembad. Er zijn al te veel ongelukken gebeurd aan op deze ronde punten. En ja, dit zijn gewestwegen, maar wij kunnen ons niet inbeelden dat de burgemeester niet over het gsm-nummer van minister Ben Weyts beschikt om aan te dringen op een snelle oplossing.
7. Gelijke kansen voor iedereen – strijd tegen armoede
Meer dan 800 inwoners van Sint-Niklaas hebben een petitie ondertekend om van de strijd tegen armoede dè absolute prioriteit te maken in onze stad. Want de noden zijn groot. In Sint-Niklaas groeit 1 kind op 5 op in armoede. 2.350 mensen deden in 2017 een beroep op voedselhulp en 1 op de 100 mensen overleeft met een leefloon. Dat is driemaal zo hoog als het Vlaamse gemiddelde. En dan spreken we nog niet over de grote groep mensen die elke dag knokken om de eindjes aan elkaar te knopen.
Betaalbaar wonen is daarvoor een belangrijk punt. In het stuk over wonen hebben we het al aangekaart.
Inkomen is uiteraard ook cruciaal: een gegarandeerd inkomen boven de armoedegrens. Vandaag ligt het leefloon voor heel wat mensen ver onder de Europese armoedegrens. De federale regering met een bevoegde minister uit de NV-A, belooft al jaren om alle uitkeringen op te trekken, maar in de praktijk gebeurt er niets. In het beleidsplan staat dat “het systeem van aanvullende steun wordt geëvalueerd en wordt bijgestuurd” (p.38). Onze vraag aan het stadsbestuur is dan ook of men de aanvullende steun verder blijft garanderen? Want vaak is bijsturen een synoniem voor verminderen of afschaffen.
We vinden het positief dat het stadsbestuur de automatische rechtentoekenning verder wil uitwerken (p.38). Maar aangezien niet alle rechten automatisch kunnen worden toegekend, zal het probleem van complexe regels en bergen papier deels blijven bestaan. Daarom is een laagdrempelige en toegankelijke hulp- en dienstverlening belangrijk om te vermijden dat mensen verder wegzakken in de problemen. Het terugverdieneffect ervan is groot. Waarom gaat het stadsbestuur niet in op het voorstel van de PVDA om buurthuizen oprichten in elke wijk. Deze buurthuizen kunnen dan ingezet worden voor budgetbegeleiding, woonbegeleiding, arbeidsbegeleiding, begeleiding bij energie- en waterproblemen, hulp bij onderwijs en opvoeding en laagdrempelige medische hulp door verpleegkundigen. Het OCMW zou hier kunnen samenwerken met de RVA, de VDAB, de vakbonden, de ziekenfondsen, Kind en Gezin, enz.. Belangrijk hierbij is de uitbreiding van het aantal buurtwerkers en straathoekwerkers in de wijken om mensen te bereiken die de weg naar het buurthuis niet vinden. Op die manier kan ook de groeiende vereenzaming aangepakt worden en wordt de veiligheid en de samenhorigheid in de wijken gestimuleerd. Maar niets daarover in het beleidsplan.
In het beleidsplan vinden we ook niets terug over uithuiszettingen of het afsluiten van water, gas en elektriciteit. In 2016 werden in Sint-Niklaas 33 gezinnen afgesloten van water en 134 van elektriciteit. Dit zijn nochtans basis levensnoodzakelijke basisrechten. De Algemene Vergadering van De Verenigde Naties erkent drinkbaar water en goede sanitaire voorzieningen zelfs als een mensenrecht, onontbeerlijk voor een goede gezondheid. Mensen ervan afsluiten, is voor ons onaanvaardbaar. Waarom neemt het stadsbestuur dit niet op in zijn beleidsplan?
Waar we ook niets over terugvinden in het plan is de problematiek van de lege brooddozen in de scholen. Het is een groeiend probleem in onze scholen. Wat gaat het stadsbestuur hierrond doen? Gezonde en verse voeding is nochtans erg belangrijk voor kinderen. Daarom pleit de PVDA voor gratis warme en verse maaltijden op alle scholen. Waarom staat dit niet in het beleidsplan?
Samengevat: weinig concrete voorstellen, veel algemene beloften die nog verder moeten uitgewerkt worden. Van een beleidsplan verwachten wij concrete doelstellingen en die ontbreken in 90% van de gevallen. Een gemiste kans.
1� https://www.sint-niklaas.be/onze-dienstverlening/bestuur-en-participatie/beleid/beleidsprogramma