Betaalbaar wonen in Sint-Niklaas
Wie vandaag een woning zoekt, moet op huizenjacht. Jonge starters vinden geen betaalbare koopwoning meer, de huurmarkt is oververhit en de wachtlijst voor sociale woningen dikt aan. Het is een echte wooncrisis. De PVDA wil het recht op wonen terug centraal zetten. We geven voorrang aan bewoners boven investeerders en vergroten het publieke woonaanbod. We maken van betaalbare, aangename en duurzame woningen een topprioriteit.
Wat wij willen
1. We zorgen voor meer betaalbare koopwoningen
- In elk nieuw vastgoedproject van 17 woningen of meer moeten projectontwikkelaars minstens één derde betaalbare woningen en één derde sociale woningen voorzien.
- We geven bewoners voorrang op investeerders door een zelfbewoningsplicht mogelijk te maken en het voorkooprecht van huurders te veralgemenen.
- Iedereen kan renoveren dankzij onze derdebetaler-lening. Geen renovatieplicht met boetes, maar een renovatierecht voor iedereen.
Meer achtergrondinformatie
We zorgen voor meer betaalbare koopwoningen
‘Een eigen huis, een plek onder de zon’, zong iemand ooit. Maar voor jonge mensen, alleenstaanden, éénoudergezinnen, ouderen met een klein pensioentje, grote gezinnen… blijft het een verre droom. Het recht op behoorlijke huisvesting staat in de Belgische Grondwet en ook in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Maar dat recht is dode letter.
Het probleem is niet dat er te weinig woningen worden gebouwd. Het probleem is dat er te weinig betaalbare woningen worden gebouwd. Projectontwikkelaars bouwen onze stad vol met luxeappartementen die veel geld opleveren. Elke baksteen is voor hen een bron van inkomsten. Die projectontwikkelaars bepalen nu zelf wat ze willen bouwen, omdat dit stadsbestuur hen vrij spel geeft. Dat moet anders. Een voorbeeld is het vastgoedproject in het voormalige Driegaaienbos (project Smissepark) waar er 45 appartementen komen met o.a. penthouses vanaf 405.000 euro en amper 4 ‘geconventioneerde woningen’ (betaalbare woningen met een heleboel voorwaarden). Dat moet anders. Wij verplichten projectontwikkelaars in elk groot project van 17 wooneenheden of meer voor een derde betaalbare woningen en een derde sociale woningen te voorzien. De afgelopen jaren voerden we actie voor meer betaalbare en sociale woningen in bouwprojecten in het Driegaaienbos, de Stationsstraat, de Antwerpse Steenweg, etc.
Het eigendom van vastgoed is in ons land ongelijk verdeeld. De 10 procent rijkste Belgen bezitten samen twee derde van alle woningen, bouwgronden, studentenkoten, handelspanden en kantoorgebouwen. Een paar grote vastgoedreuzen domineren de sector en gebruiken die dominantie om te speculeren en grote winsten te maken en dat terwijl het aantal eigenaars in de laagste inkomensgroepen jaar na jaar blijft dalen. Maar een huis dient om in te wonen, niet om mee te speculeren. Daarom maken we een zelfbewoningsplicht mogelijk, zoals dat in verschillende steden in Nederland bestaat. Daarmee kunnen gemeenten afdwingen dat kopers zelf in het aangekochte huis gaan wonen. We veralgemenen ook het voorkooprecht van huurders. Als het huis dat ze huren verkocht wordt, krijgen eerst de zittende huurders de kans om te kopen.
In België is ongeveer 70% van de gezinnen eigenaar van hun woning. Onze huizen en appartementen zijn echter vaak verouderd en slecht geïsoleerd, terwijl het gros van de gezinnen in zo’n woning niet voldoende middelen heeft om de nodige renovatie- en isolatiewerken te doen. En wat doet de overheid? De Vlaamse regering heeft een renovatieplicht met boetes geïntroduceerd en ook het stadsbestuur van Sint-Niklaas heeft ‘grote ambities’: tegen eind 2025 wil ze voor 1.716 huishoudens een renovatietraject op maat opmaken. Beiden gaan er aan voorbij dat renoveren voor velen onbetaalbaar is, zeker als er enkel wordt gewerkt met premies die pas worden uitgekeerd na afloop van de werken en dus nadat de factuur reeds moet betaald worden. Of via renteloze leningen waarvan vele gezinnen de afbetaling niet erbij kunnen nemen, zelfs niet als ze renteloos is.
Wij zorgen ervoor dat renovatiewerken en de aanleg van hernieuwbare energie wordt voorgeschoten. Eigenaars en huurders betalen deze stap voor stap terug via de besparing op hun energiefactuur. We starten deze werken waar de nood het grootst is, namelijk in de slechts geïsoleerde buurten. We doen dit via een groepsaankoop waarbij de regie in handen is van de overheid, zodat de bewoners ontlast worden en door iedereen gebruik kan worden gemaakt van de nodige technische expertise. Zo gaan we van een individuele renovatieplicht, naar het recht op een gerenoveerde woning voor iedereen.
Meer informatie.
2. We begrenzen de huurprijzen en controleren de kwaliteit
- We leggen een bovengrens op voor huurprijzen per wijk aan de hand van objectieve criteria zoals comfort, energieverbruik, de ligging en het aantal kamers.
- We garanderen de kwaliteit van alle huurwoningen. Elke woning krijgt regelmatig controle en we voeren een verplicht conformiteitsattest in. We treden actief op tegen discriminatie op de huurmarkt met juridische praktijktesten met sancties.
- We treden actief op tegen discriminatie op de huurmarkt met juridische praktijktesten met sancties.
Meer achtergrondinformatie
De vrije markt leidt tot veel te hoge huurprijzen in Sint-Niklaas. Vergeleken met 2020 steeg de huurprijs voor een huis in Sint-Niklaas met gemiddeld 16,6 procent. Voor een appartement is de prijs met 12,1 procent de lucht in gegaan. In 2023 betaalde je gemiddeld 911 euro voor een huurhuis en 758 euro voor een appartement.
Het aantal huurders stijgt. Bijna een derde van de gezinnen in Vlaanderen huurt. In de centrumsteden loopt dat cijfer op tot de helft. Maar ook de huurprijzen gaan omhoog. In 2023 steeg de huurprijs van een huis zelfs met meer dan 10 procent. Vooral de laagste huurprijzen gaan snel omhoog omdat er voor goedkope appartementen en eengezinswoningen veel meer vraag is dan aanbod. Tijdens de energiecrisis in 2022 zagen veel huurders hun huur in één klap met meer dan 10 procent stijgen door een indexering. Zij werden dubbel gestraft: hun energierekening explodeerde en hun huurprijs ging door het dak. Met de PVDA lanceerden we een mailactie naar de betrokken ministers om de huurprijzen te blokkeren. De regering weigerde eerst om in te grijpen, maar kwam dan met slepende voeten met een halve oplossing: voor energieverslindende woningen werd de huurprijs geblokkeerd. Dankzij onze druk werd mogelijk wat altijd als onmogelijk werd voorgesteld: huurprijzen blokkeren en ingrijpen in de markt. Maar in oktober 2023 ging die maatregel weer op de schop.
Op dit moment zijn er geen regels over wat een verhuurder mag vragen. Zo komt het dat bijna de helft van de huurders meer dan een derde van het inkomen opzij moet zetten om de huur te betalen. Werkende mensen huren zich zo arm…
Mensen moeten kunnen inschatten wat een redelijke huurprijs is. Daarvoor zetten wij per wijk een huurprijzenraster op punt. Dit huurprijzenraster is een hulpmiddel dat op basis van objectieve criteria, zoals comfort, ligging, aantal kamers, bewoonbare oppervlakte, energiezuinigheid… de huurprijs aangeeft. PVDA pleit al sinds 2018 voor de invoering van zo’n huurprijzenraster, maar het huidige stadsbestuur (NV-A, Open VLD en Groen) weigerde elke keer in te gaan op ons voorstel.
PVDA Sint-Niklaas voert zo snel mogelijk een richtinggevend gemeentelijk huurprijzenraster in, zodat overdreven huurprijzen worden ontmaskerd. We maken het kadaster bij de brede bevolking actief bekend en stellen een actieplan op om private verhuurders, zowel particuliere als vastgoedkantoren, te sensibiliseren. Vanaf de Vlaamse regering het mogelijk maakt, zorgen we ervoor dat het huurprijzenraster niet langer slechts richtinggevend is maar afdwingbaar.
Voor veel mensen is de veel te hoge huur niet de enige drempel om een behoorlijke woning te vinden. Nog te vaak zien we dat mensen gediscrimineerd worden in hun zoektocht naar een woning. Mensen met een migratieachtergrond, personen met een handicap, alleenstaande ouders… allemaal hebben ze minder kansen op de huurmarkt. Dat bewijst studie na studie. En toch blijft het onbestraft.
Sinds onze intrede in de gemeenteraad dringt de PVDA aan op de invoering van praktijktesten met sancties. Tot twee keer toe werd ons voorstel tot de invoering van praktijktesten mét sancties weggestemd door het huidige stadsbestuur (N-VA-, Open VLD én Groen). Onder deze druk kwamen er sinds 2023 wel sensibiliserende correspondentietesten in Sint-Niklaas, maar deze zijn volledig vrijblijvend en slechts beperkt tot discriminatie op basis van gezinssamenstelling, etnische afkomst, en leeftijd (in combinatie met inkomensbron). Zonder sanctiemechanisme voor systematische overtreders blijft het een maat voor niks. Wij pleiten voor proactieve ‘juridische’ praktijktesten om de discriminatie op vlak van leeftijd, geslacht, origine, beperking, seksuele voorkeur… op de private huurmarkt (zowel particulier als via vastgoedkantoren) te bestrijden … mét een sanctie voor makelaars die systematisch blijven discrimineren. Wonen is een basisrecht, voor iedereen.
En als je dan eindelijk een (peperdure) woning vindt, dan zou je denken dat ze waar voor hun geld krijgen. Dat de woning die ze huren kwalitatief is. Fout gedacht: de helft van de huurwoningen in Vlaanderen is van ontoereikende kwaliteit. De helft van de gezinnen woont in een huis met ernstige gebreken (bijvoorbeeld vochtproblemen, gevaarlijke elektriciteit of een slechte verwarmingsinstallatie). Hoe lager het inkomen van een gezin, hoe groter de kans dat hun woning niet kwalitatief is.
Daarom versterken wij het conformiteitsattest en maken het verplicht bij het verhuren van een woning. Zo garanderen we dat alle verhuurde woningen voldoen aan de kwaliteitseisen van de Vlaamse Codex Wonen. Zoals elke auto gekeurd wordt, zo willen we ook huurwoningen keuren. Kleine verhuurders die het financieel moeilijk hebben om hun panden te renoveren en moderniseren, krijgen daarbij de nodige ondersteuning (in de eerste plaats via het systeem van derdebetaler-leningen). We versterken het Vlaams agentschap Wonen en de woondiensten van Sint-Niklaas om elke huurwoning systematisch te controleren. Zo ligt het initiatief voor de controle niet langer bij de huurder: die zou uit angst voor een onbewoonbaarverklaring wel eens niet naar de juiste instanties durven stappen. Zo zorgen we ervoor dat iedereen een kwalitatieve woning kan huren én aan het einde van de maand nog voldoende over heeft om comfortabel te leven.
Door ons collectief renovatieplan worden woningen collectief gerenoveerd. Daar zien zowel de eigenaars als de huurders de voordelen van. De kosten worden terugbetaald door de minderprijs op de energiefactuur van de huurder. De verhuurder garandeert dat de huurprijs niet stijgt zolang de afbetaling bezig is.
3. We pakken de leegstand, verkrotting en speculatie aan
- Om speculatie te bestrijden, verhogen we het minimumbedrag van de leegstandsheffing en van de belasting op onbebouwde percelen vanaf een derde leegstaande woning.
- De opbrengst gebruiken we om kleine eigenaars te ondersteunen die omwille van financiële redenen niet in staat zijn hun eigendom te renoveren.
- Na drie jaar structurele leegstand wordt een pand automatisch overgedragen van de projectontwikkelaar of vastgoedspeculant aan WoonST, de nieuwe lokale sociale huisvestigingsmaatschappij.
- Wij dringen actief de leegstand terug met permanente controles.
Meer achtergrondinformatie
We pakken de leegstand, verkrotting en speculatie aan
Bepaalde vastgoedspeculanten laten bewust huizen en panden leegstaan om de prijs op te drijven. Ze speculeren op stijgende woonprijzen in een bepaalde buurt of op het verwerven van aanpalende woningen voor het bouwen van luxeflats en penthouses. Terwijl woningen, winkels en bedrijven leeg staan, vinden meer en meer mensen geen betaalbare woning én zijn er in Sint-Niklaas minstens 288 dak- en thuislozen.
Wij willen actief de leegstand terugdringen. Met permanente controles en een meldpunt bestrijden we commerciële leegstand en woningleegstand. Zo komen we ook tot een correcte registratie. We verhogen het minimumbedrag van de leegstandsheffing en van de belasting op onbebouwde percelen vanaf een derde leegstaande woning. We verminderen ook het aantal vrijstellingen. Alle panden die drie jaar structureel leegstaan worden overgedragen van de projectontwikkelaar of vastgoedspeculant aan de nieuwe Huisvestigingsmaatschappij WoonST of onze publieke Woonunie.
Zo bestrijden we speculatie door grote vastgoedspeculanten en projectontwikkelaars. De opbrengst investeren we in projecten voor betaalbaar wonen en gebruiken we om kleine eigenaars te ondersteunen die omwille van financiële redenen niet in staat zijn hun eigendom te renoveren en verhuren. Eigenaars die hun woning moedwillig laten verkrotten, verplichten we om die woning in orde te brengen. Maar er zijn ook kleine eigenaars van wie het huis noodgedwongen leegstaat omdat ze niet de middelen of de juiste vergunningen hebben om hun eigendom weer bewoonbaar te maken. Voor kleine particuliere eigenaars voorzien we hulp in de vorm van leegstandbrigades. We begeleiden hen en voorzien, indien nodig, financiële ondersteuning voor de renovatie. Ons plan voor collectieve renovaties zal daar ook bij helpen.
Het huidige stadsbestuur verhoogde in 2022 de leegstandsheffing. Deze verhoging betreft nog steeds een vlaktest vanaf het eerste jaar leegstand waardoor Jan Modaal even hard wordt bestraft als speculanten. Daarnaast is de maximale boete van 10.000 euro voor Jan Modaal onbetaalbaar, maar peanuts voor een speculant. Daarom beboeten wij pas (strenger) vanaf een derde leegstaande woning en ondersteunen wij kleine eigenaars actief.
4. We voorzien meer sociale woningen
- We maken een prioriteit van het wegwerken van de wachtlijst voor een sociale woning. We verhogen het tempo van zowel nieuwbouw als renovatie met een groeipad naar 20% sociale woningen.
- We voorzien een stedelijke huurpremie van zodra je 2 jaar op de wachtlijst voor een sociale woning staat.
- Ook projectontwikkelaars moeten hun bijdrage leveren. Elk groot nieuwbouwproject moet minstens uit een derde sociale woningen bestaan.
- We verplichten de woonmaatschappijen om tijdens renovatiewerken inspraak te verlenen aan de huurders en de impact op de huurders te beperken.
- We maken van huurcontracten van onbepaalde duur in sociale woningen opnieuw de norm. We bevriezen de sociale huurprijzen. De extra kosten plafonneren we op 10 procent van de huurprijs.
- Dak- en thuisloze mensen hebben net zoals iedereen recht op een woning. We kiezen voor de ‘Housing First’ aanpak die in het buitenland succes boekt.
Meer achtergrondinformatie
We voorzien meer sociale woningen
Meer dan 4.000 mensen stonden op de wachtlijst voor een sociale woning van de Sint-Niklase Maatschappij voor Huisvesting en moesten gemiddeld meer dan 4 jaar wachten. De wachtlijst is bijna verdubbeld sinds 2013. Ook op de wachtlijst van Soveka, het sociaal verhuurkantoor, stonden meer dan 3.000 mensen. En nog niet eens iedereen die recht heeft op een sociale woning staat al op een wachtlijst.
De PVDA verwijt het huidige en vorige stadsbestuur veel te weinig te ondernemen. Het huidige stadsbestuur wil naar amper 9% evolueren tegen 2035. Er werden deze legislatuur amper 50 sociale woningen per jaar bijgebouwd, ondanks de aanwezigheid van Groen in het stadsbestuur. Aan dit tempo duurt het 78 jaar voor iedereen een woning heeft die er recht op heeft (als de lijst niet zou groeien). Het vorige stadsbestuur (met Vooruit én Groen) deed het nog slechter: amper 42 nieuwe woningen per jaar.
Hoog tijd voor een inhaalbeweging! Daarom willen wij volop investeren in de bouw en renovatie van sociale woningen. Hiervoor tekenen we een groeipad uit voor op middellange termijn naar minimaal 20 procent sociale woningen te evolueren.
Zolang het stadsbestuur zijn verantwoordelijkheid niet opneemt, moet ze mensen op de wachtlijst voor een sociale woning beter helpen. Als je op de wachtlijst staat voor een sociale woning, krijg je na 4 jaar een Vlaamse huurpremie. Wij breiden dit systeem uit met een stedelijke huurpremie die wordt toegekend van zodra je 2 jaar op de wachtlijst staat van de nieuwe huisvestingsmaatschappij WoonST. Dit systeem bestaat reeds in Beveren. Deze stedelijke huurpremie wordt net als zijn Vlaamse variant gekoppeld aan een objectieve huurprijs, zodat verhuurders deze subsidie niet kunnen misbruiken om de huurprijs kunstmatig te verhogen. Wij berekenen de huurprijs op basis van het huurprijzenraster en woonkeuringslabel. Iedereen die twee jaar op de wachtlijst staat, informeren we proactief over deze tussenkomst.
Voor ons is sociale huisvesting iets anders dan ‘armenhuisvesting’. Wij willen een publiek woonaanbod creëren voor een veel bredere groep. De beste manier om een betaalbaar én kwaliteitsvol huuraanbod te garanderen, is zorgen voor voldoende ‘concurrentie’ van publieke huurwoningen. Wij kiezen een publiek woonaanbod met lage huurprijzen die vastgelegd zijn op basis van objectieve criteria en inkomen. Zo moet de markt volgen in plaats van leiden. De private verhuurders zullen zo namelijk onder druk komen om de prijzen en kwaliteitsstandaarden van het publieke aanbod te volgen. In Wenen, de wereldkampioen op vlak van kwaliteitsvol en betaalbaar wonen, maken ze al langer die keuze. De criteria om recht te hebben op een publieke woning zijn er zo ruim, dat 3 op de 4 Weners in aanmerking komt. Meer dan de helft kiest er ook effectief voor om te wonen in een huurwoning van de stad. Deze zijn beroemd voor hun comfort, sociale voorzieningen en groene omgeving. Voor een kwaliteitsvolle woning betalen de inwoners er tussen de 330 euro (één slaapkamer) en 750 euro (vier slaapkamers).
Om te evolueren naar het Weens model van publieke woningen, werken we in twee stappen. In de eerste plaats breiden we het aanbod aan sociale woningen uit door in hoog tempo nieuwe sociale woningen te bouwen, maar ook door sneller leegstaande sociale woningen te renoveren. Daarna creëren we ook publieke woningen voor mensen met een hoger inkomen. We trekken dus de inkomensgrenzen om aanspraak te maken op zo’n publieke woning op. Zo is er altijd een oplossing voor wie om welke reden dan ook geen uitweg vindt op de private koop- of huurmarkt. Met hoge kwaliteitsnormen en lage prijzen maken we van publiek wonen méér dan een vangnet: het wordt een normale en interessante keuze in het woonaanbod in ons land.
We hebben niet alleen te weinig sociale woningen. Ook de kwaliteit van de bestaande sociale woningen laat te wensen over. Het oude patrimonium van sociale woningen is aan renovatie toe in het kader van de nieuwe normen voor isolatie, woonkwaliteit en brandveiligheid. Renovatie zorgt bij de sociale huurders voor onzekerheid, voor een verplichte verhuis en voor de vrees voor een hogere huurprijs na de renovatie. Bij renovaties is dan ook veel informatie en veel inspraak voor de sociale huurders noodzakelijk. We renoveren bij grote renovatieprojecten eerst de leegstaande woningen zodat bewoners in de wijk kunnen blijven wonen. We maken gebruik van ‘zachte renovaties’ met een beperkte impact, zodat de huurders in hun huis kunnen blijven. Is dat niet mogelijk, dan voorzien we ‘doorschuifwoningen’, liefst binnen de wijk, als tijdelijke woonst tijdens de renovatie.
Niet enkel huurders op de private markt betalen zich blauw aan huur. Ook voor veel sociale huurders neemt de huur een flinke hap uit het budget. De huurprijzen zijn gelinkt aan de vrije markt. Op basis van de ‘marktwaarde’ van de woning wordt de huur berekend. Alle politieke partijen in het Vlaams parlement waren het daar in 2008 mee eens. Het is absurd de oververhitte prijzen van de private woningmarkt als ijkpunt te nemen voor de prijs van een sociale woning. Hier hoort een heel andere logica, met prijzen die op de bouwkosten gebaseerd zijn. De bijkomende kosten zoals water, energie, onderhoud – de huurlasten – maken de factuur dikwijls te zwaar, omdat ze niet gebonden zijn aan het inkomen. In 2020 voerde de Vlaamse regering daarbovenop een nieuwe huurprijsberekening in. Daardoor verhoogde de huurprijs voor driekwart van de sociale huurders. Bij sommigen zelfs met 90 procent. Zonder dat er iets aan hun woning veranderde. De PVDA heeft zich daartegen verzet in het parlement. We bevriezen daarom de huur van sociale woningen en plafonneren de huurlasten op 10 procent van de huurprijs.
Ook de 288 dak- en thuisloze mensen in Sint-Niklaas hebben recht op een (sociale) woning. Moeten slapen op straat, in een garage of in een auto is onaanvaardbaar in onze stad. Toch is Sint-Niklaas de enige centrumstad (samen met Turnhout) waar gaan daklozenopvang is. Wij zorgen dat er eindelijk een dag- en nachtopvang komt. In deze opvang voorzien we ook laagdrempelige hulpverlening ter plaatse om de dak- en thuislozen actief en persoonlijk te helpen.
Maar dat volstaat niet. Dak- en thuisloze mensen hebben een structurele oplossing nodig. Een stabiele woonsituatie. En om dat te garanderen zetten wij in op ‘Housing First’ projecten, waarbij de focus ligt op huisvesting. Eerst een stabiele woonsituatie en dán begeleiding. Dat is het principe. Een woonst is namelijk essentieel om toegang te krijgen tot andere rechten, zoals het recht op gezondheid, op waardigheid en op een privé- en familieleven. Met dat uitgangspunt slaagden Finland en Noorwegen erin het aantal dakloze mensen effectief te doen dalen. Onderzoekers van de Brusselse universiteit ULB berekenden dat het Housing First principe niet eens een budgettaire uitdaging vormt: "Grosso modo kost herhuisvesting evenveel als het huidige daklozenbeleid in Brussel", was hun besluit. In Sint-Niklaas zijn er echter amper 5 woningen voor dit Housing First principe. Veel te weinig.
5. We richten een publieke Woonunie op: de sleutel in ons woonbeleid
- We richten een publieke Woonunie op die het woonbeleid aanstuurt en samen met de burgers bepaalt op welke plaats er behoefte is aan welk type woningen.
- Om aan de woonnoden van de bevolking tegemoet te komen, kan de Woonunie zelf panden en gronden verwerven. Ze heeft recht van voorkoop bij de verkoop van bouwgrond.
- We houden publieke gronden in publiek bezit. We stoppen de uitverkoop aan de privé en staan enkel nog privaat gebruik toe in de vorm van erfpacht.
Meer achtergrondinformatie
We richten een publieke Woonunie op: de sleutel in ons woonbeleid
Op dit moment hebben de projectontwikkelaars de sleutels van het woonbeleid in handen. Zij beslissen waar en wat er gebouwd wordt. Dat is een bewuste keuze van de politiek. Zij rekenen op projectontwikkelaars om te bouwen. Maar daardoor wordt veel van de schaarse ruimte die er nog is, volgebouwd met luxeappartementen in plaats van de betaalbare woningen waar we zoveel nood aan hebben. Dat zien we anders. Wij willen de sleutels van het woonbeleid in overheidshanden, zoals dat in Wenen al jaren het geval is. Daar is de stad zelf de grootste huisbaas. De stad baat zelf 220.000 ‘gemeenschapswoningen’ uit en subsidieert ook nog eens 200.000 woningen die aan strikte kwaliteitsnormen moeten voldoen en verhuurd moeten worden aan dezelfde lage prijs als de publieke woningen.
We richten in Sint-Niklaas een publieke Woonunie op. Deze wordt het commandocentra van waaruit de gemeenschap het hele woonbeleid kan bepalen. Hebben we in een bepaalde wijk nood aan meer kleine woningen voor alleenstaande ouders of meer grote gezinswoningen, aan meer koopwoningen voor jonge starters of meer sociale woningen, aan kinderopvang, wassalons, groene ruimte…? Vandaag worden die vragen niet aan de burgers gesteld: ze moeten passief ondergaan wat ‘de markt’ beslist en kunnen hoogstens beroep aantekenen wanneer een project al in de startblokken staat en de druk dus hoog is om het alsnog te realiseren. Zou het niet veel logischer en democratischer zijn om eerst actief de inspraak van de burgers te organiseren en de noden in kaart te brengen en dan pas aan de tekentafel te gaan zitten?
In plaats van de huidige situatie waarbij het stadsbestuur zich beperkt tot het wel of niet toekennen van vergunningen aan projectvoorstellen van de privé, zorgen we er dus voor dat de gemeenschap proactief kan bepalen welke projecten er nodig zijn. De Woonunie geeft het ritme aan voor alle leden van het orkest, van architect tot bouwfirma. Maar de inwoners schrijven de partituur wel zelf. De raad van bestuur kan net zoals in Wenen worden voorgezeten door de schepen van Huisvesting en bevolkt worden door verschillende lokale belangengroepen: jongeren, senioren, huurders, milieuorganisaties, vakbonden... Inspraak en transparantie zijn noodzakelijk om vriendjespolitiek en belangenvermenging te vermijden. Alle vergaderingen en besluiten zijn openbaar.
Om te garanderen dat de beschikbare ruimte effectief wordt benut om aan de lokale behoeften van de burgers tegemoet te komen, kan de Woonunie zelf gronden en panden aankopen. Daarvoor kan ze onder meer terugvallen op het voorkooprecht, waarmee overheidsinstellingen voorrang hebben op het kopen van gronden en panden. Het voorkooprecht wordt nu zeer beperkt uitgeoefend. Wij willen dat uitbreiden.
Vandaag gebeurt helaas maar al te vaak het omgekeerde: waardevolle publieke grond wordt verpatst aan private projectontwikkelaars. Op die manier geven overheden een belangrijke hefboom voor het woonbeleid uit handen. Zo verkocht dit stadsbestuur zowel in augustus 2022 als in juni 2024 OCMW-gronden aan Ter Beke in Sinaai (respectievelijk 1.985 m² en 24.092 m²) aan de hoogstbiedende. Er werd geen enkele eis aan de projectontwikkelaar gesteld rond het bouwen van betaalbare of sociale woningen. Nochtans gaven 1.256 mensen op de wachtlijst voor een sociale woning aan graag in Sinaai te willen wonen. Een andere beleidskeuze was dus mogelijk en nodig, maar het stadsbestuur ging niet in op onze argumenten. Die laatste verkoop van 24.092 m² werd trouwens goedgekeurd door alle andere partijen (inclusief Vooruit, Groen en Vlaams Belang), enkel wij met PVDA stemden tegen. Onbegrijpelijk.
We stoppen met deze uitverkoop. We houden deze gronden in publiek bezit. Publieke gronden verkopen we niet langer aan projectontwikkelaars. In de plaats daarvan komt de uitgifte in erfpacht voor een bepaalde termijn. In Amsterdam wordt dat al meer dan een eeuw zo gedaan. Ook in Wenen werken ze zo. Met de uitgifte in erfpacht krijgt een stad meer grip en invloed op bouwprojecten en dus ook op wat er kan en moet gebouwd worden. De erfpacht genereert ook meer inkomsten. In Amsterdam levert het systeem 80 à 100 miljoen euro per jaar op. Die inkomsten willen we investeren in andere projecten rond betaalbaar wonen. Op die manier vloeit het geld van de stijgende grondprijzen niet meer naar de speculanten, maar naar de gemeenschap. Zo dammen we speculatie en prijsopdrijving in.